De Eigenzinnige Weg van Kreidler (1) (2001)

Allerlei artikelen over Kreidler, vaak overgenomen uit oude tijdschriften.
Plaats reactie
Bericht
Auteur
Gebruikersavatar
Dimage
Expert
Berichten: 6624
Lid geworden op: 15 mar 2003, 13:33
Locatie: Maassluis
Gegeven waarderingen: 0
Ontvangen waarderingen: 2 keren

De Eigenzinnige Weg van Kreidler (1) (2001)

#1 Bericht door Dimage » 29 nov 2003, 23:27

Noem spontaan drie grote brommermerken en de kans is groot, dat in dat rijtje Kreidler en Zündapp komen te staan. Het grappige is, dat iedereen de Kreidler Florett het visitekaartje van Kreidler vindt; daarmee werd ook roem vergaard. Natuurlijk, van de Florett, brommer en motor samen, werden er in alle uitvoeringen zeker 350.000 gemaakt, maar alle andere typen Kreidler brommers en snorfietsen bij elkaar tikken er nog eens 300.000 bij. Er was meer dan Florett. Een sluitend Kreidlerverhaal is alleen maar in boekvorm mogelijk, dus liep Wim Heeroma af en toe met grote stappen door de modellenreeks heen.

Van koperdraad tot bromfiets
Het probleem van de afwijkende type-aanduidingen in de verschillende landen zal zeker tot op- of aanmerkingen kunnen leiden. Na Zündapp in HMR47 is nu de beurt aan Kreidler. Een gids langs de hoofddraden van het grote web dat Kreidler heet, over brommers, snorbromfietsen en lichte motorfietsen, over een actief racegebeuren zowel in de cross als op de weg, over een successtory, die in 1954 begon en abrupt in 1982 met een faillissement eindigde. In den beginne was er de Stuttgarter Tele-graph-draht und Kabelfabrik A. Kreidler, opgericht in 1889. Anton Kreidler verbreedde de basis vanaf 1903 met halfproducten en dit bedrijf wordt pas interessant na WO II, als het besluit valt dat er behoefte zal zijn aan goedkoop tweewielertransport, maar dan wel gemotoriseerd. De aan het roer gekomen Alfred Kreidler, die motorliethebber was, zag de mogelijkheden en trok chefconstructeur Johann Hilber aan en het resultaat van hun samenwerking werd de K50, die vanaf 1950 geproduceerd werd. Een 50 cc met een simpel uitgevoerde tweeversnellingsysteem en een enkele ketting, in die tijd toch wel bijzonder. De versnellingen werden bediend vanaf de linkerstuurhelft. Nadelen van dit machientje waren dat er niet gewoon ontkoppeld kon worden en dat de achterrem vastsloeg bij het achteruitduwen van het motorfietsje, hetgeen niet door iedereen op prijs gesteld werd. Snel was hij wel. Met zijn 2,2 pk bij 6200 tpm haalde het ding 55 km/h.

Waarom nu juist Florett?
Waarom zo weinig andere Kreidlers dan de Florett in Nederland bekend zijn, heeft te maken met verschillende redenen. Tot 1962 is er in Nederland maar tweemaal een korte periode van import geweest. Wat daarna naar Nederland werd gehaald, waren toch vooral de Floret t bromfietsen. Duitsland kende echter in de 50 cc categorie verschillende klassen: de Mofa (25 km/h, dus snorfiets) en de Moped, onze brommer dus met pedalen en begrensd tot 40 km/h. De Mofa's waren erg Duits van uiterlijk en daarvoor bestond weinig belangstelling in Nederland met zijn inmiddels ontstane EEG/Peugeot/Anker-Laura cultuur. De opvolger van de Moped was de Mokick, met kickstarteruitvoering, hetgeen ook voetschakeling en voetrem mogelijk maakte. Ook hiervan was de snelheid begrensd tot 40 km/h. Die Mokicks waren in Nederland sowieso niet toegestaan door de wetgever, maar voor de export werden ze afgeleverd in een uitvoering met pedalen. Nederland was daarin overigens niet het enige land. Daarnaast bestond het Kleinkraftrad, waarop met beperkt rijbewijs, hogere snelheden mogelijk werden.De 50 cc motorklasse heeft in Nederland nooit willen opleven, omdat er een gewoon rijbewijs voor vereist werd: een brug te ver, dan kon je net zo goed een 'echte' motorfiets kopen. Nederland miste dus erg veel van het Kreidlergebeuren.

Buitenbeentje
De Kreidler K50 motorfiets van 50 cc bezat wel trappers, maar was in Duitsland een 'Motorrad'. Hij werd als rijwiel met hulpmotor naar Nederland gehaald door de fa. R.S. Stokvis en Zonen: Werd de K50 al vanaf 1950 gemaakt, de import naar Nederland kwam in 1951 op gang. In de wereld van gezapige rijwielen met hulpmotoren was de Kreidler een buitenbeentje door zijn trekkracht en snelheid. De in 1951 in Nederland al aangekondigde onderzoeken naar veiligheidsmaatregelen voor rijwielen en hulpmotoren maakten deze Kreidler tot slachtoffer vanwege het niet normaal kunnen ontkoppelen; ergens in 1952 moest de verkoop daardoor gestaakt worden. Toen die ontkoppeling er wel kwam, pakte Stokvis de verkoop niet opnieuw op. In de loop van 1954 kwam er een nieuw model Kreidler op de markt, ditmaal een echte bromfiets. Bromfietsen in Duitsland mochten in die tijd niet meer wegen dan 33 kilo en dit gewicht moest met kunst- en vliegwerk gehaald worden, want solide en lichtgewicht is een lastig gegeven.De brommer had nu geen versnellingen meer, maar wel een handkoppeling. Hij werd door rijwielfabriek M. Pon uit Amersfoort naar Nederland gehaald en ruim een jaar geïmporteerd. De prijs kwam op Hfl. 585,-, beduidend goedkoper dan de K50 van Stokvis, die in die tijd Hfl. 750,- op moest brengen; duidelijk te duur ook voor die tijd. Uit de roadtest van de J50 is te halen, dat het blokkeren van het achterwiel bij het achteruitrijden als minpunt werd opgemerkt. Niks geleerd dus van de K50. Na deze J50, de Junior, kwam er nog eenJ51, een tweeversnellingsuitvoering, die vermoedelijk nog wel in Nederland door Pon werd gevoerd. Men -heeft zelfs nog met de Kreidlerscooter geadverteerd; maar die is nooit daadwerkelijk verkocht, dat bleef een proefballonnetje. De J51/1, hetzelfde model maar dan met achtervering kwam niet meer naar Nederland, evenmin als de J51R.

De andere Kreidlers
Die R slaat op Roller, scooter. Dit model had beenschildjes en rubberen treeplanken. Bij het aantrappen veerden de planken naar beneden, waar ze geraakt werden door de rondmalende pedalen. De grap van die J50/J51 is dat het gewicht altijd 33 kilo bleef. Van model zonder vering tot en met volledig geveerd en met beenschilden, het gewicht bleef onveranderd. Ist das nicht wunderbar? Wat hier ook helemaal ontging was het model Amazone 1. Dit model met de typenaam K52 had nog dezelfde motor als zijn voorgangers, maar begon er al moderner uit te zien met zijn plaatstalen frame. Dat kon ook omdat de gewichtsgrens van 33 kilo in Duitsland inmiddels werd losgelaten, omdat het de veiligheid niet diende. De in 1956 gelanceerde Amazone 1 werd in 1957 opgevolgd door de Amazone 2. De eerste indruk is dat de Kreidler Florettlijn al zichtbaar is. Het frame van de latere Florett wordt namelijk al gebruikt. Ook het kenmerkend plaatstalen stuurtje en het Denfeldzitje, dragen sterk aan die indruk bij. De motor was nu vervangen door een geheel nieuw type. Waren boring en slag eerder respectievelijk 38x44 mm geweest, thans kreeg de motor een vierkanter karakter met zijn 40x39,7 mm. De verticale cylinder werd afgelost door de horizontale cylinder, zoals later des Kreidlers zou blijven in de 50 cc. Ook kon gekozen worden tussen een twee- of drieversnellingsmotor met handschakeling. De cylinder was luchtgekoeld. Deze bromfiets hield het uit tot 1958.

Kreidler paradijsje
In Nederland is eigenlijk maar heel weinig bekend van bovengeschetste Kreidler-ontwikkeling. Kreidler is Florett, punt uit. Zo was het niet en zeker niet voor Jan Oomen, die ons in zijn Kreidler paradijsje ontving. Buiten Jan Oomen kan men de bezitters van al die oude modellen in Nederland op de vingers van één handtellen. Oomen heeft ooit in zijn jeugd een Kreidler 1966 bezeten. Naderhand wilde hij dat model weer terug, maar wat op zijn weg kwam, waren vooral slechte exemplaren van de vroege Floretts. Op een gegeven moment kwam hij oog in oog te staan met een Kreidler, die hij nog nooit van zijn leven gezien had: het bleek een K50 te zijn. Daarmee was de eerste stap gezet op het pad der passie voor oude Kreidlers. Hij heeft zo'n achttien Kreidlers staan en de enige moderne Florett is een 50 cc motorfietsje. Voor de rest is het eigenlijk K50 in verschillende varianten, de K51 serie, inclusief de K51/1, de Amazone 1 en de scooter R 50. Vooral deze laatste moet nog aangepakt worden. Dat heeft de tijd. Jan Oomen is in de eerste plaats verzamelaar, rijden hoeft eigenlijk niet. Daarnaast heeft hij veel informatie kunnen bemachtigen over die Kreidlers van het eerste uur en verzamelt hij reclameborden, lichtbakken en alles wat met Kreidler te maken heeft. Wat hem betreft kunt u hem met veel blijmaken. De bij dit artikel geplaatste foto's zijn meest foto's van Jan Oomens brommers, want het is natuurlijk veel leuker ze 'in het wild' te fotograferen dan een kopietje te maken van een reclamefolder.

Eerste Eitank
Jan Oomen's troetelkind is een prachtige Kreidler Florett bromfiets K53/M uit 1957. Nu gaan de haren van menig Kreidlerkenner overeind staan, zonder twijfel. Want de brommer is toch van 1958? Jawel, dat gold voor Duitsland, maar niet voor Zwitserland, waar Jan's parel vandaan kwam. Dat is echt een zevenenvijfiger met een motornummer onder de 1.000. Kreidler had intussen aan de Franse stylist Louis Lepoix opdracht gegeven een nieuw model te ontwerpen, althans dat zegt de Franse pers erover, maar of het waar is ? In 1956 zag de eerste Kreidler Florett het levenslicht, maar dit was geen bromfiets maar een Kleinkraftrad met een snelheid van zo'n 65 km/h. Op de bromfietsuitvoering moest nog tot 1958 gewacht worden, althans in Duitsland. De eitankbrommer met drie versnellingen was in dat jaar nog helemaal niet bekend in Nederland. Buiten mededinging overigens deden deze brommers mee aan de Kampioenschappen van de Nederlandse Bromfietsbond in het najaar van 1959. ledereen keek met verbijstering naar deze brommers, die veel presteerden en nog heel bleven ook. Dit model, de K53, bleef tot 1962 in productie. In 1962 kwam deze K53 naar Nederland door importeur Van Veen op de Willem de Zwijgerlaan in Amsterdam. De eerste folder, waarop Zijn stempel prijkt, is een Duitse, waarin zowel de 'Motorrad' van 3,6 pk als de 'Moped' van 2 pk vermeld staan. De volgende Nederlandstalige folder wordt in Duitsland gedrukt, zodat zowel motor als brommer er in vermeld worden. De prijs van de eerste Van Veen Kreidler brommers bedroeg Hfl. 945,-. Vanaf 1962 verving de K54/0 tot aan 1964 de Moped. Dit is echter een Mokick, die voor de export naar Nederland natuurlijk weer van pedalen voorzien moest zijn: Vanaf 1964 tot 1967 komt er dan de K54/OM met een wat sterkere motor. In plaats van 2 pk, komt er nu 2,6 pk bij een wat hoger toerental, terwijl de afgeknepen snelheid natuurlijk op 40 km/h gehandhaafd blijft.

Rijwindkoeling
Vanaf 1968 steekt de Florett weer in een nieuwe jas. De eitank is verdwenen en de liggende tank heeft zijn intrede gedaan met de LF en LFH modellen. Hierbij is ook de schommelarmvoorvering vervangen door een telescoopvork. LF (Fuss) was dus voetschakeling en LFH was dan handschakeling. De voetschakeling kwam er vanaf 1970. De Duitse type-aanduidingen en de Nederlandse willen nog wel eens verschillen. De LFH was in Nederland de SL. Daarnaast was er in 1970 de Florett RS-type met rijwind in plaats van geforceerde koeling. RS-type wilde zeggen, dat de cylinder en kop overgenomen waren van een type Kleinkraftrad en de topsnelheid van 80 km/h teruggebracht werd naar 40 km/h. Vanaf 1972 tot 1976 was er een luchtgekoelde uitvoering, die onder de naam RM door het leven ging. Het is een tijd heel modieus geweest om bromfietsen met geforceerde koeling uit te voeren en elk zichzelf respecterend merk had er wel een paar uitvoeringen van in de catalogus staan. Met de komst van cylinders en koppen met enorme koelribben sloeg de mode weer om naar gewone rijwindkoeling. Hadden de LP- en LFH-serie drie versnellingen, de RM ging door het leven met een vierbak. Al in 1974 heeft de RMC vier versnellingen voetschakeling, maar nu ook uitgevoerd met de Cockpit met toerenteller/snelheidsmeter. De C van RMC betekent trouwens cockpit. Met een laag sportstuurt je heette dit fietsje later de RMC-B en zo bleef hij tot 1980 in productie. Vanaf 1977 tot aan 1982 was er ook een wat goedkopere versie van de Florett op de markt gekomen. Dit was de LF-F met drie versnellingen handschakeling, net als in de Flory brommeruitvoering. Eenvoudige koplamppartij en alleen een snelheidsmeter. Deze Kreidler kwam op 2250 DM, toch een heel verschil met de in 1979 geïntroduceerde RMC-S voor 3050 DM. Maar dan had je wel een vijfbak met voetschakeling en ingebouwde rechthoekige voorlamp met 'raceruitje'. Voor we het vergeten: die zijtrommeltjes tussen buddyseat en motorbeplating kwamen er vanaf 1977 op de modellen RS en RMC. Bij de RS stond er dan RS Elektronik op, bij de andere alleen RMC.

Mustang
Om het Kreidler bromfietsverhaal af te maken, blijft er nog één modelover: de Mustang K54/400. De naam Mustang was al enige malen eerder voorgekomen, maar dan als enduromotorfietsje. Vanaf 1980 tot het scheiden der markt kwam er een bromfietsuitvoering van. De keuze zou voor ons niet moeilijk zijn: liever die Mustang met zijn gelikte lijnen, opgebogen uitlaat, beetje sportief enduro-model, moderne voorvork en 1000 DM goedkoper. Alleen had je dan geen vijfbakje maar een vierbakje, maar dat had je natuurlijk kunnen ombouwen. Helaas, het brommertje vond maar 699 bazen... althans, zoveel werden er geproduceerd.De algemene smaak was toch meer Florettgericht. Er valt nog veel meer te vertellen over Kreidler , maar dat komt in een volgend artikel, waarin de overige brom- snor- en motorfietsen, de scooter alsmede 'het leven na de dood' van Kreidler aan de orde worden gesteld.


Het Motorrijwiel 49/2001

Plaats reactie