1983, Stefan Dörflinger: De Laatste en de Eerste

Wegrace artikelen en informatie
Plaats reactie
Bericht
Auteur
Gebruikersavatar
Maarten
Beheerder
Berichten: 9756
Lid geworden op: 01 sep 2002, 09:13
Locatie: Den Haag, Nederland
Gegeven waarderingen: 831 keren
Ontvangen waarderingen: 420 keren
Contacteer:

1983, Stefan Dörflinger: De Laatste en de Eerste

#1 Bericht door Maarten » 26 apr 2019, 21:09

Stefan Dörflinger: De Laatste en de Eerste (1983)


Afbeelding

STEFAN DÖRFLINGER INTERVIEW
DE LAATSTE EN DE EERSTE


door Willem Lute

Aan de vooravond van de laatste Grand Prix met deelname van de 50 cc klasse spraken we met titelkandidaat Stefan Dörflinger, die tot kort voor dat moment als een nieuwsgierig jong hondje het rennerskwartier in Imola had afgestroopt naar informatie omtrent de toestand van zijn gecrashte concurrent Eugenio Lazzarini. De strijd om de laatste 50 cc wereldtitel moest nog beslecht worden, en hoewel het geheel wat in de schaduw stond van de concurrentiestrijd in de 500 cc klasse, was de spanning er in de lichtste klasse zo te zien niet minder om. Zowel Lazzarini als Dörflinger hadden tot dusverre drie Grands Prix gewonnen, twee tweede plaatsen laten noteren en waren een keer uitgevallen, waarmee ze gebroederlijk met 69 WK-punten de ranglijst aanvoerden. Lazzarini werd echter zwaar gestraft voor zijn moment van ongeconcentreerdheid en moest vanuit de pits aanschouwen hoe de 34-jarige Dörflinger zijn titel in de lichtste wegraceklasse kon prolongeren.


De spanning in het Kreidler- en het Garelli-kamp viel te snijden in de dagen voor de laatste 50 cc GP. In 1962 was men pas met de races om het 50 cc wereldkampioenschap gestart, toen de bromfiets zo enorm in de populariteit gekomen was. 'Wie had toen kunnen bedenken dat we zo'n zinderende afsluiting van de 'Schnapsglasklasse' zouden beleven', begon Stefan, nog onzeker of Lazzarini de volgende dag wel of niet aan de start zou kamen. Even later kwam tuner en teamleider Herbert Rittberger binnen met het nieuws dat Lazza voor 99% zeker niet zou rijden. Zijn vriendin Catrine vloog hem al om zijn nek en de koffiekopjes rolden over de vloer van zijn gezellige motorhome. Stefan wilde eerst eens rustig alles relativeren, maar toen Rittberger ook nog verteide dat George Looijesteijn al verzekerd was van een Garelli-blok zei hij: 'Als ze nu al zulke stappen ondernemen, dan zit 't niet zo goed met die kleine, maar ik moet het eerst morgen met mijn eigen ogen zien'. Als Lazzarini er's zondags niet bij zou zijn dan hoefde Stefan niet eens aan de start te kamen om zijn wereldkampioenschap mee naar Zwitserland te nemen, want bij deze gelijke puntenstand had hij al een tijdsvoorsprong van 29 seconden op Eugenio, die tijdens de eerste GP in Le Mans na een slechte start het gat niet kleiner had kunnen maken dan zo'n 47 seconden.

Merkentitel

Ondanks benaderingen van Spaan, Klein en Kunz om eventueel rugdekking te verlenen in het Kreidlerteam aan de regerende kampioen, koos men voor een eenmansteam. Waarom? 'Dat is simpel zat. Ik moet het gewoon zelf doen, en daarbij hebben we hoe meer het einde van het seizoen naderde het kaf van het koren gescheiden wat het materiaal betreft, en we hebben nog slechts twee competatieve blokken, die we zelf nodig hebben met trainen', aldus de geboren en getogen Duitser. 'Bij Garelli hebben ze Ricardo Tormo intertijd in Joegoslavië weer ingehuurd in verband met de voor hun zo belangrijke merkentitel. Die mogen ze trouwens hebben', duidend op het programmaboekje waaruit bleek dat ze met Krauser-Kreidler voor deze laatste GP hadden ingeschreven, en zo de merkentitel aan Garelli cadeau deden.

'Het is ze waarschijnlijk toch nog niet helemaal duidelijk, want als ze George Looijesteijn nemen, dan pakken ze de snelst trainende coureur die met Kreidler ingeschreven heeft. En dat terwijl ze maar een punt nodig hebben, zeker voor als Tormo uitvalt vervolgt Dörflinger gekscherend.


Foto: Boven: Een regelmatig terugkerend beeld van het afgelopen seizoen, met de wereldkampioen voor Lazzarini op het circuit van Monza.

Foto: Linksonder: Tuner en teamleider Herbert Rittberger zal Stefan ook bij Zündapp terzijde staan.

Foto: Rechtsonder: De lege plek op de eerste startrij tijdens de laatste GP in Imola. Op de eerste startrij tijdens de laatste GP in Imola met Dörflinger (1), Tormo (4) en Spaan (9) de gapende tweede startplaats van Eugenio Lazzarini, een minuut later mocht Dörflinger zich wereldkampioen noemen.



De 50 cc wereldkampioenen

1962 Ernst Degner, BRD
1963 Hugh Anderson, NZ
1964 Hugh Anderson, NZ
1965 Ralph Bryans, IRL
1966 Hans-Georg Anscheidt. BRD
1967 Hans-Georg Anscheidt, BRD
1968 Hans-Georg Anscheidt, BRD
1969 Angel Nieto, E
1970 Angel Nieto, E
1971 Jan de Vries, NL
1972 Angel Nieto, E
1973 Jan de Vries, NL
1974 Henk van Kessel, NL
1975 Angel Nieto, E
1976 Angel Nieto, E
1977 Angel Nieto, E
1978 Ricardo Tormo, E
1979 Eugenio Lazzarini, I
1980 Eugenio Lazzarini, I
1981 Ricardo Tormo, E 1
982 Stefan Dörflinger, CH
1983 Stefan Dörflinger, CH


Afbeelding



Persoonlijke gegevens
Naam: Dörflinger
voornaam: Stefan
Geb. datum: 23.12.1948
Woonplaats: Birsfelden
Land: Zwitsertand
Nationaliteit:Duits
Beroep: Laborant
Huw. staat: Ongehuwd
Hobby's: Skiën, vissen, muziek

Favoriet
circuit: Assen
dieren: Kat en hond
drinken: Champagne en rode wijn
eten: Italiaans en knakworst

De spanning is bij Stefan wat weggenomen, en gewillig duikt hij in zijn race verleden.

125 cc Noodzaak

Na zijn schooltijd neemt hij het besluit om zich in Zwitserland te laten naturaliseren, waarna hij in 1970 op 21-jarige leeftijd bij de Zwitserse bond een licentie aanvraagt.

'De eerste klap was meteen een 'Zwitserse franc' waard, want in mijn eerste race op het circuit van Hockenheim wist ik een eerste plaats in de wacht te slepen in de 50 cc klasse', vertelt hij glunderend. 'Daar reed ik trouwens ook mijn eerste Grand Prix met de vijftiger. Ik vergeet het nooit, net buiten de punten, maar toch een heleboel voldoening.'

Hockenheim is dan zeker wel een van je favoriete circuits?, speelde ik hem toe.

'Ik vind het een fijne baan en ik ken hem uitermate goed. Mijn beste resultaat met de 125 cc behaalde ik er dan ook, maar mijn favoriete circuit bij uitstek blijft toch Assen, ondanks mijn val in 1981, die me op die plek nog wel eens door het hoofd spookt.

' Twee klassen rijden op GP-niveau, valt dat te doen?

'Ja, dat is voor mij al vaker een punt van discussie geweest. Als je in de ene klasse goed uit de verf komt wat de resultaten betreft, dan doe je het min of meer automatisch wat rustiger aan in de andere klasse, en daarom staat de 125 cc klasse bij mij ook op het tweede plan.', antwoordt de laborant in kleurstoffen en textiel. 'Het is echter bittere noodzaak voor mij om de 125 cc machine te handhaven, want daarmee pak ik toch nog aardig wat startgeld. De overschakeling van de ene naar de andere klasse duurt bij mij toch steeds weer zo'n vier ronden, maar ik moet er trouwens niet aan denken om dan beide machines zelf nog bij te houden ook. Brein Fogg houdt mijn MBA bij en helpt wanneer nodig Herbert. zodat ik me helemaal op het rijden kan concentreren', aldus de man die tot dan toe negen 50 cc Grand Prix overwinningen op zijn naam had staan.

Worden dat er morgen tien?

'We zullen wel zien', antwoordt hij bedachtzaam. 'Een goede start is het halve werk'.

En wat bleek de volgende dag, alsof de duivel er mee speelde, hij vertrok bijna als allereerste. Of het nu de nonchalance was vanwege de afwezigheid van Lazzarini, we weten het niet. 'Juist nu we het over de goede start hadden, gaat het de mist in', zinderde Rittberger tijdens de race in de pits. Dörflinger pakte de een na de ander, om in de voorlaatste ronde de op een tweede plaats liggende Lusuardi te pakken. Tormo was al uit het gezichtsveld, en Steffie koos eieren voor zijn geld en stevende zonder al te veel risico's op zijn tweede wereldtitel af.

'De eerste stap is gemaakt, was het eerste wat hij tegen me zei na de race toen zijn vriendin hem omhelsde. Daarmee doelde hij op zijn plannen, die nu voor de helft al uitgekomen was. Dorffinger had vanaf het begin van het seizoen al hoog in zijn vaandel geschreven dat hij de laatste 50 cc wereldkampioen wilde worden, en als het even kan de eerste 80 cc wereldkampioen.

80 cc Klasse wordt mooier

Aan stoppen heb ik nog nooit gedacht', vervolgt Stefan. 'Hot ligt in de bedoeling om volgend jaar met de 80 cc Zündapp ook een gooi naar de wereldtitel te doen. en als dat gelukt is wil ik er misschien de laatste twee vijftigers en de eerste twee tachtig cc wereldtitels van maken. Ik ben echter wel van plan om op mijn hoogtepunt te stoppen en me niet van lieverlee laten af te zakken tot het niveau waarop ik eens begonnen ben. Als ik niet meer om de wereldtitel kan meestrijden, dan hang ik mijn 'Boeri' aan de wilgen. Mijn lievelingsdrank is champagne en om die zelf te bekostigen is vrij duur, dus zolang ik van die flessen champagne kan blijven proeven op het ereschavot zal ik er bij zijn,' zegt hij, en Catrine knikt instemmend.

Zie je toekomst voor de 80 cc klasse?

'Ja, dat zie ik helemaal zitten. Er gaan zich veel meer merken mee bemoeien. In alle Europese landen zijn wel een paar jongens die goed mee kunnen draaien in de 50 cc, en waar dat aanbod groot is pakt er wel een de 80 cc klasse bij de hoorns. Zo zijn ze bij jullie in Nederland bezig met de Huvo-Casal, in Duitsland met de Zündapp en Seel, in Oostenrijk met de Hummel-Sachs en de Sachs-Schafleitner, in Italië met Villa en Minarelli en dan zijn ze in Spanje volgens de berichten ook nog bezig. Met andere woorden zo'n acht fabrieken die er in springen, maar dan moeten de machines wel in produktie gaan komen'.

Over de Nederlandse coureurs laat hij zich overigens vrij lovend uit. 'Ze hebben met mannen als De Vries, Toersen, Mijwaart, Lodewijckx, Van Dongen, Van Kessel en Timmer natuurlijk een uitstekende leerschool van elkaar gehad, waar de jeugd nu goed van profiteert. Wie de jeugd heeft heeft de toekomst, en ik denk dat Neder-land met een paar jaar in de lichtste klasse weer de boventoon gaat voeren met Duitsland en Italië. Ik heb me natuurlijk het meest op Lazzarini geconcentreerd het afgelopen jaar, maar in de trainingen of soms in de wedstrijd valt je oog wel op sommige rijders. George Looijestein rijdt zeer sterk en start ook prima, Hans Spaan is nog wat te ruw en moet misschien minder impulsief worden, terwijl zij samen met Theo Timmer jongens als Rimmelzwaan, Van Dongen en Koopman weer naar een hoger niveau optrekken. Neem van mij aan dat hoe meer GP of EK-rijders een land in een bepaalde klasse heeft, des te meer men het peil op nationaal en later dus ook weer internationaal opvijzelt.'

Een veelzeggende uitspraak van de tweevoudig wereldkampioen, die als 21e en 22e op de lijst van de tot dusverre uit de 50 cc voortgekomen wereldkampioenen, een gezonde blik op de toekomst heeft.

Plaats reactie