Bron: Motor, No. 29, 16-07-1971
Tekst: Coen Verburg
Van Veen Kreidlers naakt !
DE TITELJAGERS
Nog niet zo lang geleden werd ons naar de topsnelheid gevraagd van de 50 cc racers, punt van discussie tussen twee motor-enthousiasten die daarover zelfs een weddenschap aangegaan waren. Ons Salomons-oordeel luidde toen, dat onder gunstige race-omstandigheden een top-snelheid van 182 km/uur (twistpunt tussen beide motorfans) haalbaar zou zijn.
Wij hebben ons na Francorchamps in gedachte een schouderklopje gegeven, want Jan de Vries en Jos Schurgers bewezen in de Grand Prix van België dat onze schatting uiterst correct was. Op het lange, dalende gedeelte naar Stavelot bleef de naald van de toerenteller trillend staan op 17,000 omw./min., equivalent voor een top-snelheid van 181-182 km/uur, uitgerekend aan de hand van de gemonteerde gearing.
Foto: Boven: Door de ranke bouw en de speciale stroomlijn hebben de 1971 Van Veen Kreidlers 20 procent minder luchtweerstand dan de 1970 racers. Dankzij kniesteunen en de smalle tank versmelt de rijder a.h.w. met zijn machine.
De 1971 Van Veen Kreidlers vallen in de eerste plaats op door de revolutionaire constructie. Uit de ideeën van het gezamenlijke team werd een ontwerp geboren, dat door de lage en slanke bouw en de aero-dynamisch verantwoorde stroomlijn 20 procent minder luchtweerstand opleverde. Het frame, gelast uit Reynolds 531 buis, vormt een brug-constructie. De watergekoelde motor hangt hier vrij onder, gemonteerd onder een kleine hoek vanuit het horizontale vlak.
De 1971 krachtbron is een verdere ontwikkeling van de watergekoelde motor uit 1970, maar zoals uit de close-ups van de 50 cc-er blijkt zijn er veel constructieve wijzigingen doorgevoerd. De gehele bovenverdieping van de 1971 motor is nieuw. De waterge-koelde cilinder en cilinderkop zijn van eigen ontwerp en fabrikaat. Of dit tevens een wijziging in boring/slag verhouding met zich meegebracht heeft is niet bekend. Typerend voor de ronde cilinder zijn de koelribben op de watermantel. De bougie is centraal in de cilinderkop geplaatst. Links naast de bougie bevindt zich de plug van de temperatuurmeter.
De rechterzijde van de motor laat meer interessante wijzigingen zien. De 1971 motor heeft druk smering voor de krukas. De koelwatercirculatie wordt niet langer verzorgd door een elektrisch aangedreven, regelbare pomp (zoals vorig jaar), maar door een vanaf de krukas aangedreven waterpomp. De oliepomp en waterpomp vormen één unit, die rechts tegen de motor gemonteerd is. Het oliereservoir voor de positieve smering van de krukas is ondergebracht in de achterzijde van het racezitje.
Dankzij dit smeersysteem heeft men het toerental van de Kreidlers aanzienlijk kunnen verhogen, zonder dat dit gegaan is ten koste van de betrouwbaarheid. Het geschatte motorvermogen moet thans circa 17,5 pk bedragen bij 16.000 - 17.000 omw./min.
Aan de linkerkant van de motor is de roterende inlaat geprojecteerd. De carburatie wordt verzorgd door een gewone Bing carburateur, vanzelfsprekend wel van een royale inlaatdiameter. Links vindt men verder het gevertje van de elektronische ontsteking, dat gemonteerd is op de linker kruktap. Het „moeilijke" elektronische kastje is tussen de framebuizen geplaatst, direct boven de cilinder.
Zoals enkele jaren geleden de Suzuki fabrieksrijders voor een bepaald circuit konden kiezen uit een 12- of een 14-versnellingsbak, zo hebben de Van Veen Kreidlers de beschikking over verschillende versnellingsbakken voor korte, bochtige circuits of snelle, lange circuits. Een dergelijke, verregaande specialisatie kent men in de andere klassen niet. In de 50 cc klasse is dit nodig om de motor goed in het bruikbare toerengebied te houden. De bakverhoudingen worden steeds aangepast aan bepaalde moeilijke bochten of ongunstige hellingen in een Grand Prix circuit.
Het aantal versnellingen bedraagt volgens F.I.M.-voorschrift zes. De primaire overbrenging geschiedt door tandwielen. De koppeling is van het droge, meervoudige type.
Jan en Jos beschikken elk over twee machines, waarvan de zitpositie tot op de millimeter aangepast is aan de anatomische verhoudingen van de rijders. Opmerkelijk zijn de kniesteunen en de zeer smalle tank ter hoogte van de knieën. Om toch voldoende benzine mee te kunnen nemen hebben de machines een hulptank, die binnen de frame-buizen gelegen is. Aan de linkerkant van de hulptank is een ruimte uitgespaard voor het opbergen van de accu.
Ready for take-off
Evenals bij straaljagers worden de Van Veen Kreidlers kort voor de start aan de hand van een check-list tot het laatste boutje en moertje ge-controleerd. Dat kost tijd, maar het sluit kleine foutjes met grote gevolgen vrijwel radicaal uit. Het is deze professionele aanpak, die Kreidler en Jan de Vries de wereldtitel in de 50 cc moet brengen!
COEN VERBURG.
Foto's: Van boven naar beneden drie close-ups van de 1971 krachtbron, die naar schatting goed moet zijn voor 17,5 pk bij 16.000-17.000 mw./ min. Links van de motor bevindt zich de roterende inlaat en het gevertje van de elektronische ontsteking. Rechts ziet men de unit van de olie- en waterpomp, die gemonteerd is voor de droge, meervoudige platenkoppeling,