1971, Henk van Veen: Een Groot Man achter Kleine Machines

Wegrace artikelen en informatie
Plaats reactie
Bericht
Auteur
Gebruikersavatar
Maarten
Beheerder
Berichten: 9755
Lid geworden op: 01 sep 2002, 09:13
Locatie: Den Haag, Nederland
Gegeven waarderingen: 831 keren
Ontvangen waarderingen: 420 keren
Contacteer:

1971, Henk van Veen: Een Groot Man achter Kleine Machines

#1 Bericht door Maarten » 24 apr 2019, 17:10

Henk van Veen: Een Groot Man achter Kleine Machines (1971)


Bron: Motor, No. 41, 08-10-1971
Tekst: Coen Verburg


Afbeelding

Henk van Veen (37), directeur van Van Veen Import N.V., is niet iemand die graag in de publiciteit treedt. Toch is hij de grote stimulator achter het Van Veen Racing Team, dat dit jaar in een alles of niets poging het 50 cc wereldkampioenschap der constructeurs veroverde, terwijl eerste coureur Jan de Vries de individuele 50 cc wereldtitel op zijn naam schreef. Een dubbel succes, dat ook dubbeldik verdiend is,

Wereldkampioen! Het woord rolt zo makkelijk over de lippen dat men er de betekenis nauwelijks van proeft. Zelfs Jan de Vries en importeur Van Veen lijken in de eerste minuten, ja uren, van dit unieke gebeuren nauwelijks de betekenis van het woord wereldkampioen te beseffen. Wereldkampioen: nou, en?

Pas dagen later, als Dr. Rodenburg tijdens de feestelijke receptie namens de K.N.M.V. de zilveren legpenning uitreikt aan de grote man achter de tengere wereldkampioen lijkt Henk van Veen te beseffen, wat zijn team het afgelopen jaar waar gemaakt heeft. .Pas dan breken de emoties zich baan en kristalliseert het dubbele wereldkampioenschap tot zijn volle betekenis: de beste 50 cc constructeurs ter wereld, de beste 50 cc coureur ter wereld!

Henk van Veen ervaart dit 50 cc wereldkampioenschap als een soort gerechtigheid. Toen eind 1969 het team uiteen viel bleef hij achter met Jos Schurgers en de in Friesland wonende en werkende Jan de Vries.

Op een moment, dat ieder ander er wellicht het bijltje bij neergegooid zou hebben, besloot Henk van Veen echter keihard door te gaan. Na deze teleurstellende ervaring —„trouw aan een firma vind ik een uitermate belangrijke karaktereigenschap. Als je samen iets opbouwt, als je samen iets bereikt, dan laat ik zo iemand nooit en te nimmer vallen! Anderzijds verwacht ik natuurlijk ook van anderen, dat zij karakter tonen" — beleefde het team een zeer moeilijk seizoen in 1970, waarin Henk van Veen talloze uren, avonden en vrije week-ends doorbracht te midden van zijn team in de experimentele afdeling. Uit zakelijk oogpunt gezien zelf te veel uren!

Wie is Henk van Veen? Wie is de man, die in drie seizoenen zijn raceteam naar een dubbel wereldkampioenschap stuwde? Wie is de man, die een perfectionist is in alles wat hij aanpakt en dat ook eist van zijn personeel?

De geschiedenis van Van Veen Import N.V. is nog jong. Sedert Henk van Veen in 1962 startte met de import van Kreidler bromfietsen — „het eerste jaar verkochten wij al 1000 exemplaren van dit kwaliteitsprodukt, maar het hadden er 3000 of 4000 kunnen zijn als de fabriek maar had kunnen leveren!" —heeft hij zijn zaak uitgebouwd tot de grote en dynamische onderneming van nu.

Hoewel de thans 37-jarige Van Veen na zijn middelbare opleiding liever door was gegaan in de techniek, koos hij vanwege commerciele contacten met Hercules, Victorie en Zundapp ,daar leerde ik de praktische kant van het vak" — tech voor het bedrijfsleven. Met een koffer vol ervaring keerde hij als 22-jarige uit Duitsland terug. In de zaak van zijn vader in Amsterdam, zijn commerciële gids in de aanvang, behartigde hij enkele jaren de import van Hercules.

Het contact met Kreidler kwam tot stand door zijn technische ambitie, waardoor hij zeer geïnteresseerd raakte in de race-ontwikkeling bij Kreidler. In 1959 bezat deze fabriek reeds een op standaard on-derdelen gebaseerde 3-versnellings racer, die goed was voor 130 km-uur en waarmee nagenoeg elke race in Duitsland gewonnen werd.

Foto: Jurg Muller, op wiens schouders komend seizoen de taak rust het team naar een nieuw wereldkampioenschap te leiden.

Zegt Van Veen over die periode: „Mijn grote belangstelling voor de technische ontwikkeling was bekend bij Kreidler. Ik volgde de ontwikkeling van de 12-versnellingsmachine, de twee carburateursopstelling, op de voet. Voor die tijd (1962, 1963, 1964) ongelooflijk mooi! Dat was horlogemakerswerk, ook al leverde de machines destijds niet meer dan 11-12 pk. Uit commercieel oogpunt zorgde ik ervoor, dat Jan Huberts in 1962 in het fabrieksteam opgenomen werd, die o.a. de Grand Prix van Frankrijk en Oost-Duitsland op zijn naam schreef. Hoewel de opzet bij Kreidier groots was, bracht Anscheidt het nooit verder dan twee-maal de titel van vice-wereldkampioen. De perfect lopende organisatie met compleet ingeschakelde tekenkamer en modellenmakerij, kost-te destijds zeker het 10-voudige van wat het ons kost, maar het grootste probleem van Kreidler was, dat het standaardprodukt van de fabriek achter bleef bij de concurrentie. De ontwikkelingsafdeling werkte namelijk uitsluitend aan de racers, waardoor de standaardontwikkeling in de verdrukking raakte. Kreidler draai-de in 1964 de kraan terecht dicht. Enfin, de verdere ontwikkeling is bekend. Op mijn verzoek werden de 12-versnellings machines ter beschikking gesteld aan de importeurs in diverse landen. Wij kregen zelfs twee van deze technische juweeltjes, waarvoor in 1965 in samenwerking met MOTOR op het circuit van Zandvoort een talentenjacht georganiseerd werd".

Teamwork belangrijke voorwaarde

Tijdens de feestelijke receptie in Amsterdam ter ere van wereldkampioen Jan de Vries onderstreept Van Veen nadrukkelijk de waarde van een hecht en kundig team. „Er wordt zo gauw gezegd: als je maar geld hebt is het geen kunst, Natuurlijk, geld is belangrijk, maar belangrijker is de kennis en de spirit, waarmee men zich als team inzet voor het bereiken van een bepaald resultaat",

Ook zijn verknochtheid aan het merk Kreidler komt naar voren: „De racerij is voor mij een technische hobby. Ik wil bewijzen, dat ik een kwaliteitsprodukt verkoop, want tenslotte zijn de G.P.-racers gebaseerd op het standaardprodukt. Ik wil ook op de circuits laten zien waartoe deze machines in staat zijn!"

Afbeelding

Bij al deze dingen blijft Henk van Veen liever de man op de achtergrond. Zijn bescheidenheid gaat zelfs zo ver, dat het ons grote moeite kost hem alleen op de foto te krijgen, staande achter zijn produkten. Hij vergeet echter niet tijdens de receptie, de taakverdeling in het raceteam en de functiewaardering duidelijk naar voren te brengen. Wij moeten er de volgende dag nadrukkelijk naar vragen voor hij iets over zijn rol in het raceteam wil vertellen.

„Hoewel ik de race-afdeling vanaf 1965 aan bepaalde mensen overgelaten heb, ben ik de technische ontwikkeling toch steeds van nabij blijven volgen, uiteraard vanwege mijn technische interesse. Ik gaf leiding aan de ontwikkeling, bepaalde steeds de volgende stap. Ik gaf niet alleen leiding, maar wilde ook weten waarom een motor een bepaald vermogen leverde. Dat heeft mij gewoon een brok zelfstudie en verschrikkelijk veel vrije tijd gekost. Het alleen maar experimenteren met af en toe een toevalstreffer heeft mij nooit kunnen bevredigen.

Afbeelding

Van elke stap vooruit wil ik weten: waarom? Zonder het „waarom" van een bepaalde winst kom je op een gegeven moment met de handen in het haar te zitten, want die periode hebben wij ook gekend!

Na de scheuring van het team ben ik doorgegaan met Jos Schurgers. Jan de Vries kwam uit Friesland naar Amsterdam om de zaak opnieuw te helpen opbouwen. In het voorjaar van 1970 kwam Jaap Voskamp erbij, die zich samen met Jos Schurgers — onze artiest — op de styling en de framebouw geconcentreerd heeft. Omdat de zaken mij boven het hoofd groeiden — ik leidde gewoon een dubbel leven; ik moest de verantwoordelijkheid voor de race-afdeling van mij af zetten, anders zou ik stapelgek geworden zijn —, zocht ik via Das Motorrad een assistent. Na Assen 1970 kwam toen Jurg Miller bij het team, die met Jan de Vries voornamelijk de motorontwikkeling verder ter hand genomen heeft, daarbij voortbouwend op datgeen wat wij reeds gevonden hadden. Via veelvuldige contacten met professor De Klerk van de T.H. te Delft werd reeds eerder de student Rinus Boerstra aangetrokken, die voor ons bepaalde onderwerpen — benzine-injectie en de toepassing van titanium drijfstangen bij tweetakten — onderzocht heeft, hoewel Boerstra in het moeilijke 1970 seizoen ook meer met de weg-racers bezig was, dan met zijn research programma, dat feitelijk los van de ontwikkeling van de Grand Prix machines behoorde te staan. Dit seizoen heb ik mij intensief met de begeleiding van het team bezig gehouden. Dat kostte veel tijd, maar niet zoveel als in 1970, toen ik mij rechtstreeks met de ontwikkeling bezighield en vaak zelf cilinders hielp klaarmaken.

De technische ontwikkeling in de wegracesport is iets fascinerends. Je raakt met hart en ziel betrokken bij een tweestrijd zoals die dit seizoen plaats vond. De technici vechten het eigenlijk uit vóór de race, de coureurs op de baan! Die strijd, die uitdaging is fantastisch, waarbij je emotioneel diep betrokken raakt!" In drie seizoen stuwde Henk van Veen zijn raceteam naar het wereld-kampioenschap der constructeurs en de individuele wereldtitel voor Jan de Vries. Maar wat verder?

„Wij gaan in ieder geval door. Nu Jan wereldkampioen is, moet hij in ieder geval de kans hebben zijn titel te verdedigen. Zelf zal ik mij minder met racerij kunnen bemoeien, omdat de commerciële belangen voorrang hebben. De Kreidler fabriek heeft mij onlangs gevraagd de organisatie van een verkoopapparaat voor België op te bouwen. Dat is een nieuwe uitdaging, die veel tijd vraagt. Ik ga echter het komende jaar in ieder geval door met de racerij. Jan heeft dat verdiend!" Het feit, dat Jan de Vries dit jaar op Monza 7 seconden sneller draaide dan vorig seizoen (toen hij ook won!) bewijst hoe snel de technische ontwikkeling dit seizoen gegaan is. Trotser nog dan op deze vooruitgang is Henk van Veen echter op het wapenfeit, dat de Van Veen Kreidlers dit jaar op Monza ook het onaantastbaar geachte ronde record van de fameuze 14-versnellings tweecilinder Suzuki's verbeterden! En ... het einde van de ontwikkeling is nog lang niet in zicht!

COEN VERBURG.

Plaats reactie