1973, Tegenslag in Hockenheim

Wegrace artikelen en informatie
Plaats reactie
Bericht
Auteur
Gebruikersavatar
Maarten
Beheerder
Berichten: 9755
Lid geworden op: 01 sep 2002, 09:13
Locatie: Den Haag, Nederland
Gegeven waarderingen: 831 keren
Ontvangen waarderingen: 420 keren
Contacteer:

1973, Tegenslag in Hockenheim

#1 Bericht door Maarten » 24 apr 2019, 19:22

Tegenslag in Hockenheim (1973)

Afbeelding

TEGENSLAG IN HOCKENHEIM

Na langdurige proefnemingen op de testbank in de race-afdeling van Van Veen Kreidler te Amsterdam was voor het racingteam, bestaande uit Jan de Vries, Jaap Voskamp en ontwikkelingsingenieur Jörg Möller, de tijd aangebroken om de 50 cc-machines eens op een circuit in de praktijk te beproeven. Aangezien het raceseizoen met rasse schreden nadert, besloot men om van een trainingsgelegenheid op het circuit van Hockenheim gebruik te maken. Dit circuit was door Zwitserse rijders afgehuurd en onder hen bevond zich ook Bruno Kneubühler, de nieuwe versterking voor het Van Veen racing-team. De opname van Kneubühler in het team werd mogelijk door de sponsoring van Canon en voor Van Veen was hij de ideale coureur voor de 50 cc-Kreidlers. Omdat hij net zo lang is als Jan de Vries hoefde men voor hem geen aparte fiets te bouwen, hetgeen natuurlijk een voordeel is.

De reis naar Hockenheim gold dan ook tevens om Bruno Kneubühler in de gelegenheid te stellen wat meer ervaring met de Kreidlers op te doen en zodoende beter geprepareerd aan de Grands Prix te kunnen beginnen. De resultaten van de training vielen wat beide aspecten betreft ongelukkiger wijze erg tegen.

De Kreidlers, die dit jaar geen druksmering meer hebben en daarom geen oliepomp meer bezitten, gingen vrij vlot kapot en zodoende kon het geplande programma niet afgewerkt worden. De eerste trainingspoging mislukte doordat de machine van Jan de Vries na enkele rondjes wat toeren kwijtraakte en de kandidaat-wereldkampioen 1973 besloot om de pits op te zoeken. In overleg met de andere leden van het team werd besloten om een ander blok te monteren en daarmee verder te trainen. Zo gezegd, zo gedaan, maar ook deze keer was het geluk niet op hun hand, want toen De Vries de machine naar de, start reed begaf totaal onverwacht de koppelingsas het. Op de plaats waar de vertanding aangebracht was (ingestoken), was de as finaal afgeknapt ten gevolge van de altijd gevaarlijke kerfwerking; de afrondingsstraal van de vertanding naar de volle as was te scherp. De 1973 Kreidlers zien er iets anders uit dan de racers van 1972, want omdat de oliepomp is komen te vervallen, en het feit, dat de waterpomp nu elektrisch aangedreven wordt in plaats van mechanisch zoals vorig jaar, kon de rechterkant van de stroomlijn glad gehouden worden. De bult, die op de machines van 1972 zat is dus overbodig geworden. Ook de tank is groter geworden, want de extra accu voor de elektrische waterpomp is onder de benzinetank gemonteerd. De vroegere benzineopslag aldaar is hier-door onmogelijk geworden en om toch voldoende benzine mee te kunnen nemen is daarom de boventank groter gemaakt.

Foto: Jan de Vries rijdt hier op de 359 cc Yamaha van Benno Kneubilliler. De favo-riet voor de wereldtitel in de 50 cc testte. tevens op Hockenheim een Premier helm.

Foto: De 1973 Van Veen Kreidler heeft geen oliepomp en mechanische waterpomp meer. De rechterzljde van de machine kan daarom glad blijven.

Niet alleen voor het Van Veen Kreidler racingteam viel de training op Hockenheim wat tegen, maar ook voor teamgenoot Bruno Kneubühler zelf. De andere machines, waarop de Zwitser het komende seizoen zal uitkomen waren geen van alle ter plaatse. De 500 cc-Monark was nog niet gereed en de 250- en 350 cc-Harley-Davidson's waren nog in Italië, waar de fabriek ze, door tegenslag met het klaarmaken van de watergekoelde versies, moest inzetten in Modena. Heel binnenkort zal Kneubühler er echter de beschikking over krijgen.

Bruno Kneubühler had nu in Hockenheim een 350 cc Yamaha bij ziec. Na de tegenslag met de Kreidlers kreeg Jan de Vries de gelegenheid cm met deze Yamaha enige rondjes te rijden. Op deze geleende machine deed Jan het in het begin wat kalm aan, maar allengs kreeg hij zichtbaar de smaak te pakken. In de Shell Kurve ging hij al knap hard en na afloop van dit verrassende op-treden zei Jan, dat hij best een dergelijke machine zou willen rijden in wedstrijden. Met Kneubühler was hij van mening, dat het rijden van een 350-Yamaha beslist minder moeilijk is, dan het sturen van een 50 cc-machine. De motor is veel soepeler vergeleken met een Kreidler en de topsnelheid kon de Vries geen angst inboezemen. Misschien neemt hij na deze ervaringen nog eens het besluit om te zijner tijd in een zwaardere klasse uit te komen.

De eerstvolgende gelegenheid voor het Van Veen team om de 1973 Kreidler op de weg te kunnen testen is de wedstrijd in Vessem op 15 april. Ongeveer een maand later is de eerste Grand Prix voor de 50 cc-klasse op het circuit van Hockenheim. Op 13 mei zal Jan de Vries samen met teamgenoot Bruno Kneubühler moeten bewijzen, dat de 1973 Kreidlers betrouwbaar genoeg zijn om uitzicht te bieden op de wereldtitel. Voordat het zover echter is kan op dit punt nog het nodige gedaan worden en het lijkt wel haast zeker, dat de pech waarmee het Kreidler team nu te kampen had volstrekt toevallig en incidenteel te noemen is.

Plaats reactie