1973, Jörg Möller - De man achter de Van Veen race-successen
- Dimage
- Expert
- Berichten: 6624
- Lid geworden op: 15 mar 2003, 13:33
- Locatie: Maassluis
- Gegeven waarderingen: 0
- Ontvangen waarderingen: 2 keren
1973, Jörg Möller - De man achter de Van Veen race-successen
JÖRG MÖLLER
DE MAN ACHTER DE RACE- SUCCESSEN VAN DE VAN VEEN KREIDLERS
Ontwikkelingsingenieur Jörg Möller met Kreidler importeur Van Veen.
Drie jaar geleden studeerde Jörg Möller, de nu zo succesvolle ontwikkelingsingenieur bij Van Veen Kreidler, nog aan de Ingenieursschule te Essen.
Zojuist had hij zijn afstudeeropdracht met succes afgesloten en zijn sollicitatie bij Van Veen in Amsterdam, die middels een advertentie in het
Duitse blad "Das Motorrad" een ontwikkelingsingenieur zocht voor zijn raceafdeling,
leverde een betrekking in Amsterdam op voor de toen vijfentwintigjarige Duitser uit Rheinland-Westfalen.
Directe aanbeveling voor het aantrekken van Jörg Möller voor deze verantwoordelijke taak was het feit, dat zijn eindstudie bestond uit het tunen van een 50 cc Kreidler blok.
De officiële opdracht luidde: "Konstruktive Gestaltung und versuchsmässige Entwicklung eines 50 ccm Zweitakt-Hochleistungsverbrennungsmotors."
Niet direct een eenvoudige opgave, vooral gezien de vrij beperkte tijd die over het algemeen voor dergelijke opdrachten uitgetrokken worden.
Met een kleine tijdsoverschrijding lukte het Jörg Möller en studiegenoot Frank Dziobek om een zeer bevredigend eindresultaat te behalen.
Het succesvolle 1973 Van Veen Kreidler blok.
Niet onbelangrijk voor het behalen van een dergelijk goed resultaat is het feit, dat Jörg Möller in de tijd,
die binnen de studie voor praktijk is gereserveerd kans zag het diploma machinebankwerker te behalen.
We laten Jörg Möller even zelf aan het woord over zijn eindstudie:
"Uitgaande van het ideale Kreidler blok, dat we op primitieve wijze voorzien hadden van druksmering,
kwamen we al gauw op een vermogen van 10,5 á 11 pk, maar we ondervonden veel moeilijkheden voordat we deze grens konden overschrijden.
De fout, die we maakten zat in het uitlaatsysteem en toen we dat eenmaal opgelost hadden gingen we met grote sprongen op het uiteindelijk behaalde vermogen van 14,85 pk bij 15.200 tpm af."
Met deze kennis en met meer ideeën omtrent verdere verbetering ervan kwam Möller in de zomer van 1970 naar Nederland.
De eerste periode tot het begin van 1971 gebruikte hij om zich te oriënteren op zijn nieuwe taak en om het vermogen van de Van Veen Kreidler op een niveau van zo'n 17,5 pk bij 16.000 tpm te brengen.
Het eerste belangrijke raceseizoen was voor Jörg Möller begonnen. Het begin van de serie Grands Prix was voor de Van Veen Kreidlers, maar daarna sloeg Derbi met Nieto aan het stuur terug.
Dit noodzaakte Möller om de tijd, die beschikbaar was tussen de Grand Prix van Zweden en die van Italië te gebruiken om nog net iets meer vermogen ter beschikking van Jan de Vries te stellen.
De Van Veen Kreidler had nu 18,5 pk bij 16.000 tpm en hiermee zag Jan kans om op het snelle circuit van Monza de overwinning te behalen.
Möller samen met studiegenoot Dziobek.
Veertien dagen later zou op het Jarama Circuit bij Madrid de beslissing in de strijd om het wereldkampioenschap vallen.
U begrijpt wat het voor de constructeur Möller moet hebben betekend om direct het eerste volledige raceseizoen met een wereldkampioenschap af te kunnen sluiten.
Hier leverde het altijd door Jörg Möller nagestreefde brede toerengebied, waarover vermogen aanwezig is, zijn voordeel op.
De acceleratie van de Kreidler was beduidend beter dan van de Derbi en Nieto moest reeds na één ronde op het bochtige circuit proberen in de laatste bocht voor het rechte eind de daardoor opgelopen achterstand in te lopen.
Het ging iets te geforceerd en zoals bekend viel Nieto en dat leverde Jan de Vries een overwinning en de wereldtitel op.
Ook het merkenkampioenschap ging hierdoor naar Van Veen Kreidler, wat een tweede bekroning op het werk van Jörg Möller betekende.
Ondanks de fraaie resultaten van 1971, liep Jörg in de komende tijd met een zorgelijk gezicht rond.
De Van Veen Kreidler was in zijn huidige vorm nauwelijks sneller te maken en Möller was er dan ook van overtuigd dat er nieuwe wegen ingeslagen moesten worden om een nog snellere 50 cc racer op de circuits te kunnen brengen.
Een moedige beslissing was het om het vertrouwde stramien te verlaten en opnieuw van voren af aan te gaan experimenteren met totaal andere poort-timingen dan voorheen. Toch was het noodzakelijk omdat de concurrentie, in casu Derbi,
ook met sneller materiaal voor de dag zou komen om het kampioenschap te heroveren.
Begin 1972 had Möller de zaak rond en met ongeveer één pk meer dan het vorig jaar werd de strijd aangebonden met het Spaanse merk.
Dit keer werd wel met behulp van Jan Bruins door zijn overwinning in Joegoslavië het wereldkampioenschap voor merken veroverd,
maar een prolongatie van de wereldtitel van de Vries werd door Nieto voorkomen.
Onvermoeid toog Jörg Möller, geholpen door Jaap Voskamp en Jan de Vries aan het werk om de zaken voor 1973 andermaal in het voordeel van de Amsterdamse Kreidler importeur te doen doorslaan.
Möller slaagde erin de fiets nog sneller te maken en de snelste versie levert nu 20,5 pk, maar gezien de minder zware tegenstand vond hij het verstandiger om terwille van de betrouwbaarheid hier iets onder te blijven.
Op de proefbank in de raceafdeling meet men het vermogen aan het kettingtandwiel.
Hoeveel materiaal wordt er nu in de winterperiode klaargemaakt voor het nieuwe seizoen?
Bij de aanvang van het raceseizoen heeft de raceafdeling de beschikking over vier complete blokken en nog eens zes á zeven cilinders, die ongeveer allemaal op hetzelfde vermogen getuned zijn.
Het lijkt allemaal wat overdadig maar een klein rekensommetje leert, dat voor twee coureurs met ieder een topmachine dit zonder meer noodzakelijk is.
Denkt u alleen maar eens aan de zich snel opeenvolgende Grands Prix, waarbij dan vaak ook nog veel tijd met reizen verloren gaat. Voor een redelijke kans op succes is dit beslist het minimum.
Deze zorgvuldige voorbereiding heeft ook dit jaar weer geresulteerd in een nieuw wereldkampioenschap en het ziet er naar uit dat het Jan de Vries ook zal lukken om nu het Nederlands kampioenschap weer in zijn bezit te krijgen.
Op onze vraag hoe Jörg Möller het opvoeren nu aanpakt zegt hij : "Heel veel van de constructie van een racer kan men natuurlijk berekenen, maar op een gegeven moment komt het aan op het "Fingerspitzengefühl", dat iedere goede tuner nu eenmaal moet bezitten."
Kort samengevat komt het hier op neer, dat het werktuigbouwkundige stuk van de motor berekend wordt en de rest empirisch bepaald wordt.
Als Duitser bevalt het de goed Nederlands sprekende Möller bijzonder goed in Amsterdam. Vooral de levensstijl, die nogal verschilt van die van zijn streekgenoten vindt hij erg fijn.
Samen kijken we nog even in de toekomst en technisch vindt Möller de grotere inhoudsklassen een grote uitdaging. Een belangstelling, die Jos Schurgers al snelle cilinders voor zijn Bridgestone bezorgde.
Jörg Möller gelooft nu eenmaal rotsvast in de tweetaktmotor en vanzelfsprekend geeft hij die ook als hobbyobject op! -
JAAP DE VISSER - Motor 1973
© https://www.kreidler.nl
DE MAN ACHTER DE RACE- SUCCESSEN VAN DE VAN VEEN KREIDLERS
Ontwikkelingsingenieur Jörg Möller met Kreidler importeur Van Veen.
Drie jaar geleden studeerde Jörg Möller, de nu zo succesvolle ontwikkelingsingenieur bij Van Veen Kreidler, nog aan de Ingenieursschule te Essen.
Zojuist had hij zijn afstudeeropdracht met succes afgesloten en zijn sollicitatie bij Van Veen in Amsterdam, die middels een advertentie in het
Duitse blad "Das Motorrad" een ontwikkelingsingenieur zocht voor zijn raceafdeling,
leverde een betrekking in Amsterdam op voor de toen vijfentwintigjarige Duitser uit Rheinland-Westfalen.
Directe aanbeveling voor het aantrekken van Jörg Möller voor deze verantwoordelijke taak was het feit, dat zijn eindstudie bestond uit het tunen van een 50 cc Kreidler blok.
De officiële opdracht luidde: "Konstruktive Gestaltung und versuchsmässige Entwicklung eines 50 ccm Zweitakt-Hochleistungsverbrennungsmotors."
Niet direct een eenvoudige opgave, vooral gezien de vrij beperkte tijd die over het algemeen voor dergelijke opdrachten uitgetrokken worden.
Met een kleine tijdsoverschrijding lukte het Jörg Möller en studiegenoot Frank Dziobek om een zeer bevredigend eindresultaat te behalen.
Het succesvolle 1973 Van Veen Kreidler blok.
Niet onbelangrijk voor het behalen van een dergelijk goed resultaat is het feit, dat Jörg Möller in de tijd,
die binnen de studie voor praktijk is gereserveerd kans zag het diploma machinebankwerker te behalen.
We laten Jörg Möller even zelf aan het woord over zijn eindstudie:
"Uitgaande van het ideale Kreidler blok, dat we op primitieve wijze voorzien hadden van druksmering,
kwamen we al gauw op een vermogen van 10,5 á 11 pk, maar we ondervonden veel moeilijkheden voordat we deze grens konden overschrijden.
De fout, die we maakten zat in het uitlaatsysteem en toen we dat eenmaal opgelost hadden gingen we met grote sprongen op het uiteindelijk behaalde vermogen van 14,85 pk bij 15.200 tpm af."
Met deze kennis en met meer ideeën omtrent verdere verbetering ervan kwam Möller in de zomer van 1970 naar Nederland.
De eerste periode tot het begin van 1971 gebruikte hij om zich te oriënteren op zijn nieuwe taak en om het vermogen van de Van Veen Kreidler op een niveau van zo'n 17,5 pk bij 16.000 tpm te brengen.
Het eerste belangrijke raceseizoen was voor Jörg Möller begonnen. Het begin van de serie Grands Prix was voor de Van Veen Kreidlers, maar daarna sloeg Derbi met Nieto aan het stuur terug.
Dit noodzaakte Möller om de tijd, die beschikbaar was tussen de Grand Prix van Zweden en die van Italië te gebruiken om nog net iets meer vermogen ter beschikking van Jan de Vries te stellen.
De Van Veen Kreidler had nu 18,5 pk bij 16.000 tpm en hiermee zag Jan kans om op het snelle circuit van Monza de overwinning te behalen.
Möller samen met studiegenoot Dziobek.
Veertien dagen later zou op het Jarama Circuit bij Madrid de beslissing in de strijd om het wereldkampioenschap vallen.
U begrijpt wat het voor de constructeur Möller moet hebben betekend om direct het eerste volledige raceseizoen met een wereldkampioenschap af te kunnen sluiten.
Hier leverde het altijd door Jörg Möller nagestreefde brede toerengebied, waarover vermogen aanwezig is, zijn voordeel op.
De acceleratie van de Kreidler was beduidend beter dan van de Derbi en Nieto moest reeds na één ronde op het bochtige circuit proberen in de laatste bocht voor het rechte eind de daardoor opgelopen achterstand in te lopen.
Het ging iets te geforceerd en zoals bekend viel Nieto en dat leverde Jan de Vries een overwinning en de wereldtitel op.
Ook het merkenkampioenschap ging hierdoor naar Van Veen Kreidler, wat een tweede bekroning op het werk van Jörg Möller betekende.
Ondanks de fraaie resultaten van 1971, liep Jörg in de komende tijd met een zorgelijk gezicht rond.
De Van Veen Kreidler was in zijn huidige vorm nauwelijks sneller te maken en Möller was er dan ook van overtuigd dat er nieuwe wegen ingeslagen moesten worden om een nog snellere 50 cc racer op de circuits te kunnen brengen.
Een moedige beslissing was het om het vertrouwde stramien te verlaten en opnieuw van voren af aan te gaan experimenteren met totaal andere poort-timingen dan voorheen. Toch was het noodzakelijk omdat de concurrentie, in casu Derbi,
ook met sneller materiaal voor de dag zou komen om het kampioenschap te heroveren.
Begin 1972 had Möller de zaak rond en met ongeveer één pk meer dan het vorig jaar werd de strijd aangebonden met het Spaanse merk.
Dit keer werd wel met behulp van Jan Bruins door zijn overwinning in Joegoslavië het wereldkampioenschap voor merken veroverd,
maar een prolongatie van de wereldtitel van de Vries werd door Nieto voorkomen.
Onvermoeid toog Jörg Möller, geholpen door Jaap Voskamp en Jan de Vries aan het werk om de zaken voor 1973 andermaal in het voordeel van de Amsterdamse Kreidler importeur te doen doorslaan.
Möller slaagde erin de fiets nog sneller te maken en de snelste versie levert nu 20,5 pk, maar gezien de minder zware tegenstand vond hij het verstandiger om terwille van de betrouwbaarheid hier iets onder te blijven.
Op de proefbank in de raceafdeling meet men het vermogen aan het kettingtandwiel.
Hoeveel materiaal wordt er nu in de winterperiode klaargemaakt voor het nieuwe seizoen?
Bij de aanvang van het raceseizoen heeft de raceafdeling de beschikking over vier complete blokken en nog eens zes á zeven cilinders, die ongeveer allemaal op hetzelfde vermogen getuned zijn.
Het lijkt allemaal wat overdadig maar een klein rekensommetje leert, dat voor twee coureurs met ieder een topmachine dit zonder meer noodzakelijk is.
Denkt u alleen maar eens aan de zich snel opeenvolgende Grands Prix, waarbij dan vaak ook nog veel tijd met reizen verloren gaat. Voor een redelijke kans op succes is dit beslist het minimum.
Deze zorgvuldige voorbereiding heeft ook dit jaar weer geresulteerd in een nieuw wereldkampioenschap en het ziet er naar uit dat het Jan de Vries ook zal lukken om nu het Nederlands kampioenschap weer in zijn bezit te krijgen.
Op onze vraag hoe Jörg Möller het opvoeren nu aanpakt zegt hij : "Heel veel van de constructie van een racer kan men natuurlijk berekenen, maar op een gegeven moment komt het aan op het "Fingerspitzengefühl", dat iedere goede tuner nu eenmaal moet bezitten."
Kort samengevat komt het hier op neer, dat het werktuigbouwkundige stuk van de motor berekend wordt en de rest empirisch bepaald wordt.
Als Duitser bevalt het de goed Nederlands sprekende Möller bijzonder goed in Amsterdam. Vooral de levensstijl, die nogal verschilt van die van zijn streekgenoten vindt hij erg fijn.
Samen kijken we nog even in de toekomst en technisch vindt Möller de grotere inhoudsklassen een grote uitdaging. Een belangstelling, die Jos Schurgers al snelle cilinders voor zijn Bridgestone bezorgde.
Jörg Möller gelooft nu eenmaal rotsvast in de tweetaktmotor en vanzelfsprekend geeft hij die ook als hobbyobject op! -
JAAP DE VISSER - Motor 1973
© https://www.kreidler.nl
Laatst gewijzigd door Dimage op 23 jul 2005, 01:17, 1 keer totaal gewijzigd.
- Maarten
- Beheerder
- Berichten: 9758
- Lid geworden op: 01 sep 2002, 09:13
- Locatie: Den Haag, Nederland
- Gegeven waarderingen: 833 keren
- Ontvangen waarderingen: 420 keren
- Contacteer:
Goed artikel met veel informatie! Klasse Frans van het plaatsen!
Voor wie dit misschien niet kan volgen: empirisch = proefondervindelijk. Dit wil zeggen dat men een blok ontwikkelde en van alles vantevoren uit had gerekend maar dat men uiteindelijk het blok ging testen met een bepaalde setup en dan ging kijken of het resultaat ook echt goed was geworden. En dan werd er hier of daar weer iets veranderd en dan ging men weer kijken naar het resultaat.en de rest empirisch bepaald wordt.
Laatst gewijzigd door Maarten op 16 mei 2007, 11:50, 1 keer totaal gewijzigd.
- HansJ
- Berichten: 2007
- Lid geworden op: 25 dec 2003, 13:29
- Locatie: Gouda
- Gegeven waarderingen: 0
- Ontvangen waarderingen: 0
Wilde hier ook nog een toegevoegde opmerking maken.
Het is zonder discussie dat Jorg Moller een hele goede technicus is.
Maar vergis U niet lezer, dat een Jan Thiel op hetzelfde niveau werkte in die tijd met minder mogelijkheden.
Bedoel daarmee dat Moller sponsering had (en flink) van Van Veen en Kreidler
Jan Thiel had die (financiele) steun niet en desondanks waren de Jamathi's op vrijwel hetzelfde niveau als de Kreidlers en Derbi's (van Angel Nieto) .
Wilde dat toch even toevoegen.
HansJ
Het is zonder discussie dat Jorg Moller een hele goede technicus is.
Maar vergis U niet lezer, dat een Jan Thiel op hetzelfde niveau werkte in die tijd met minder mogelijkheden.
Bedoel daarmee dat Moller sponsering had (en flink) van Van Veen en Kreidler
Jan Thiel had die (financiele) steun niet en desondanks waren de Jamathi's op vrijwel hetzelfde niveau als de Kreidlers en Derbi's (van Angel Nieto) .
Wilde dat toch even toevoegen.
HansJ
- HansJ
- Berichten: 2007
- Lid geworden op: 25 dec 2003, 13:29
- Locatie: Gouda
- Gegeven waarderingen: 0
- Ontvangen waarderingen: 0
En je moet niet vergeten dat de van Veen Kreidlers testen deden op de vermogensbank van de TH Delft.dijk schreef:dat is zo hansj jamathi stond in een oud schuurtje te sleutelen
Daar konden ze niet alleen veel meten, maar ook gebruik maken van de computers van de TH.
Net wat je zegt, Jan Thiel zat in een klein werkplaatsje te werken.
Zonder geavanceerde apparatuur zoals de computers van de TH en geen groot budget.
Dus eigenlijk is de prestatie van Jan Thiel groter.
HansJ
- Enzo-tvdzijden
- Expert
- Berichten: 60429
- Lid geworden op: 27 nov 2002, 21:55
- Locatie: Gem. Leidschendam/Voorburg
- Gegeven waarderingen: 970 keren
- Ontvangen waarderingen: 2290 keren
Re: 1973, Jörg Möller - De man achter de Van Veen race-successen
Jorg Möller, de beroemde Duitse technicus die in de beginjaren zeventig een belangrijke rol speelde in de ontwikkeling van de 50cc Kreidler wegracers en later de grote man was achter de vele Italiaanse wegrace successen bij Morbidelli en Minarelli, is overleden. De in het Italiaanse Pesaro wonende Duitser is 80 jaar geworden.
Jorg Möller was een tovenaar van thermiek en mechanica en werd na zijn technische hoogstandjes bij Van Veen Kreidler ook erg populair in Italië: de wereldsuccessen van Paolo Pileri (1975) en Pierpaolo Bianchi (1976 en ’77) met de nieuwe formidabele Morbidelli 125cc tweecilinder droegen zijn handtekening. Later kwam ook de 250cc in ’76, ook een 350cc machine welke toevertrouwd werd aan zijn landgenoot Dieter Braun. In 1977 was het jaar van zijn grootste triomf met de twee wereldtitels van Mario Lega in de 250cc en Bianchi in 125 cc.
Na zijn successen bij Morbidelli, verhuisde Möller naar Bologna waar hij zijn briljante technische werk voortzette bij Minarelli. Ook met deze fabrikant was Möller succesvol en werd er tussen 1978 en 1981 veel gewonnen in de 125cc klasse: o.a. twee wereldtitels met Angel Nieto.
Daarna wijdde Möller zich aan andere projecten zoals de Parisienne 250 en boekte hij vele successen als technicus in de kartsport. Daarnaast werkte hij ook nog enige tijd als motortuner voor de Zwitserse Aprilia 250cc coureur Eskil Suter.
PK- tovenaar Möller stond niet alleen bekend als een begaafd technicus maar ook als een kettingroker, hij rookte minstens drie pakjes filterloze Gauloises sigaretten per dag. Degenen die hem gekend hebben, hebben hem zeer gewaardeerd, zowel om zijn genialiteit als om zijn persoonlijkheid: sympathiek, soms onstuimig en altijd zeer direct.
Möller overleed in de nacht van 15 op 16 maart op 80-jarige leeftijd in zijn woonplaats Pesaro, de Italiaanse plaats waar hij zich in 1974 vestigde en de laatste 48 jaar van zijn leven woonachtig was.
Jorg Möller was een tovenaar van thermiek en mechanica en werd na zijn technische hoogstandjes bij Van Veen Kreidler ook erg populair in Italië: de wereldsuccessen van Paolo Pileri (1975) en Pierpaolo Bianchi (1976 en ’77) met de nieuwe formidabele Morbidelli 125cc tweecilinder droegen zijn handtekening. Later kwam ook de 250cc in ’76, ook een 350cc machine welke toevertrouwd werd aan zijn landgenoot Dieter Braun. In 1977 was het jaar van zijn grootste triomf met de twee wereldtitels van Mario Lega in de 250cc en Bianchi in 125 cc.
Na zijn successen bij Morbidelli, verhuisde Möller naar Bologna waar hij zijn briljante technische werk voortzette bij Minarelli. Ook met deze fabrikant was Möller succesvol en werd er tussen 1978 en 1981 veel gewonnen in de 125cc klasse: o.a. twee wereldtitels met Angel Nieto.
Daarna wijdde Möller zich aan andere projecten zoals de Parisienne 250 en boekte hij vele successen als technicus in de kartsport. Daarnaast werkte hij ook nog enige tijd als motortuner voor de Zwitserse Aprilia 250cc coureur Eskil Suter.
PK- tovenaar Möller stond niet alleen bekend als een begaafd technicus maar ook als een kettingroker, hij rookte minstens drie pakjes filterloze Gauloises sigaretten per dag. Degenen die hem gekend hebben, hebben hem zeer gewaardeerd, zowel om zijn genialiteit als om zijn persoonlijkheid: sympathiek, soms onstuimig en altijd zeer direct.
Möller overleed in de nacht van 15 op 16 maart op 80-jarige leeftijd in zijn woonplaats Pesaro, de Italiaanse plaats waar hij zich in 1974 vestigde en de laatste 48 jaar van zijn leven woonachtig was.
- Bijlagen
-
- 82132DDA-C60F-4D15-A50F-D6AD5028404E.jpeg (200.27 KiB) 2897 keer bekeken
- maloud
- Berichten: 1899
- Lid geworden op: 07 sep 2002, 17:55
- Locatie: Amstelveen
- Gegeven waarderingen: 10 keren
- Ontvangen waarderingen: 15 keren
- Contacteer:
Re:
Een mooi stukje over Jan ThielHansJ schreef: ↑24 jul 2005, 18:44 Wilde hier ook nog een toegevoegde opmerking maken.
Het is zonder discussie dat Jorg Moller een hele goede technicus is.
Maar vergis U niet lezer, dat een Jan Thiel op hetzelfde niveau werkte in die tijd met minder mogelijkheden.
Bedoel daarmee dat Moller sponsering had (en flink) van Van Veen en Kreidler
Jan Thiel had die (financiele) steun niet en desondanks waren de Jamathi's op vrijwel hetzelfde niveau als de Kreidlers en Derbi's (van Angel Nieto) .
Wilde dat toch even toevoegen.
HansJ
https://kreidlerdatabase.nl/web/personen/thiel-jan
- Enzo-tvdzijden
- Expert
- Berichten: 60429
- Lid geworden op: 27 nov 2002, 21:55
- Locatie: Gem. Leidschendam/Voorburg
- Gegeven waarderingen: 970 keren
- Ontvangen waarderingen: 2290 keren
Re: 1973, Jörg Möller - De man achter de Van Veen race-successen
- Bijlagen
-
- IMG_3837.jpeg (229 KiB) 281 keer bekeken